Hoe gebruik je een snelkookpan?

Een snelkookpan is een ontzettend handig stuk keukengereedschap. Ideaal voor stoven, koken of zelfs stomen. Niet alleen de hoge snelheid is enorm fijn, ook het lagere energieverbruik is mooi meegenomen. Over het gebruik van snelkookpannen zijn nog wel eens vragen. Daarom vertellen wij je graag hoe je het meest uit je snelkookpan haalt.

Waarvoor gebruik je een snelkookpan?

Een snelkookpan kun je voor ontzettend veel verschillende toepassingen gebruiken. Groenten kook je sneller en met behoud van meer vitaminen en smaak. Maar ook een stoofschotel gaat veel sneller in een snelkookpan. Het trekken van een mooie bouillon duurt normaal een uur of drie, maar is in een snelkookpan binnen een half uurtje gepiept.

Vloeistof is essentieel

De mogelijkheden voor een snelkookpan zijn eigenlijk eindeloos. Wel is vloeistof essentieel. Het gerecht moet namelijk genoeg vocht bevatten om droog koken te voorkomen. Binnenin iedere snelkookpan staat dan ook een maatlijntje met een minimaal vulniveau. Wij raden zelf aan hier minimaal 100 ml boven te zitten, puur voor de veiligheid. Tussen het sluiten van de deksel en het onder druk komen laat de pan namelijk nog wat stoom vrij. Hierdoor verdampt dus nog een deel van het vocht.

Kookt de pan toch droog? Dan kan hij naast het aanbakken ook nog kromtrekken. Dat wil je absoluut voorkomen.

We voeren de druk wat op

Om de pan onder druk te krijgen doe je de deksel dicht en zorg je dat de kookplaat middelhoog staat. Bij gaskookplaten moet je altijd voorkomen dat de vlammen buiten de bodem komen. Dit geldt overigens niet alleen voor snelkookpannen, maar voor alle pannen.

Uit het ventiel in de deksel zal voorzichtig aan wat stoom komen. De druk wordt nu langzaam opgebouwd. Wanneer de pan onder druk staat en het ventieltje dichtslaat hoor je een zacht “plop”-geluid. Nu staat de pan onder druk. Fissler snelkookpannen hebben altijd een soort status indicatie op de bovenkant van de deksel. Hiermee geeft de pan zelf aan hoe groot de druk is. Wanneer de temperatuur in de pan te laag is profiteer je niet optimaal van de voordelen van de snelkookpan. Is de temperatuur te hoog? Dan krijg je overdruk en gaat de pan zelf stoom afblazen. Hierdoor loop je het risico op een verbrand gerecht. Of erger nog: dat de pan droog kookt en kromtrekt.

Een van de meest voorkomende beginnersfouten is het verbranden van het gerecht nog voor de pan onder druk staat. Eenmaal onder druk zal het gerecht niet snel aanbranden. Maar de pan heeft behoorlijke hitte nodig voor hij onder druk staat. En dat terwijl je niet kunt roeren wanneer de deksel op de pan zit. Het is dus essentieel om de inhoud van de pan al richting kookpunt te verwarmen voor je de deksel sluit. Hiermee voorkom je dat het gerecht verpest wordt door een pikzwarte bodem.

Bij iedere snelkookpan wordt een goede gebruiksaanwijzing geleverd. Bekijk deze altijd goed voor je gaat koken. Enerzijds om zeker te weten dat je de ins en outs van de pan leert kennen. Anderzijds om een passende kooktijd voor jouw gerecht te kunnen bepalen.

Let op met de stoom

Om een snelkookpan te kunnen openen moet de pan wat stoom afblazen. Deze stoom is erg heet, zo rond de 120 graden Celsius. Het is dus extreem belangrijk hiermee op te passen. Je wilt je hieraan niet branden. Ook raden we aan om op te letten wanneer er kinderen in de buurt zijn. Soms komen er spetters kokend water mee die naast de kookplaat springen. Je wilt niet dat je zoontje of dochtertje daar net langs loopt.

Is een snelkookpan veilig?

Van vroeger horen we nog wel eens verhalen over snelkookpanongelukken. Gelukkig uit een lang vervlogen tijd, want tegenwoordig zijn snelkookpannen een stuk veiliger dan 50 à 60 jaar geleden. Tegenwoordig zijn alle snelkookpannen die wij verkopen voorzien van belangrijke veiligheidsmaatregelen. Hierbij moet je denken aan deksels die niet te openen zijn wanneer de pan onder druk staat. Een ventiel dat automatisch overdruk lost met als achtervang de rubberen rand die eventuele extreme overdruk kan lozen. Maatregelen die samen jouw veiligheid garanderen.